zondag 17 december 2006

Leren schrijven

Het is natuurlijk enigjes om naar Japan te gaan, maar het brengt wel nadelen met zich mee. Om mij ook buiten de Universiteit een beetje te redden, zal ik genoodzaakt zijn Japans te leren. Dat is op zich geen probleem. De grammatica is overzichtelijk, de uitspraak simpel, en die woorden, die leer ik wel. Wel een probleem is dat ik ook opnieuw moet leren lezen en, erger, schrijven.

Ik was nooit een liefhebber van schrijven. Van juf Saskia moest ik in de eerste klas (dat is, voor de jonge lezertjes, Middelnederlands voor “groep 3”) elke dag om half vier, als enige, op school nablijven om op een groot stuk papier letters te oefenen. Dat heeft mijn schrijfvaardigheid misschien geholpen, maar toch vooral bijgedragen aan mijn blinde haat jegens handmatig schrijven, alsook aan mijn eeuwigdurende liefde voor het toetsenbord. (Wist u dat sinds de invoering van het toetsenbord, in 1874, in talloze landen vrouwenkiesrecht is ingevoerd, de doodstraf afgeschaft, en riolering aangelegd? Ik bedoel maar.) Nu realiseer ik me echter dat hel die schrijven heet, voor Japanners nog heel wat akeliger is.

1500 jaar geleden (nergens riolering, laat staan vrouwenkiesrecht), waren de Japanners nog analfabeet. Deze relatieve rust werd wreed verstoord door een groepje boeddhistische monniken, die vanuit Korea zendingswerk kwamen verrichten in het toen nog animistische Japan (ten faveure van het Boeddhisme dient opgemerkt te worden dat Animisme (Shinto) in Japan nog steeds dominant is. Van religieus geïnspireerd geweld, zoals dat in dezelfde periode in Europa plaatsgreep (en eigenlijk nog), was hoegenaamd geen sprake.) Deze monniken brachten, het zal ook eens niet, heilige teksten mede, die in het Chinees gesteld waren. Japan raakte geletterd aan de hand van een buitengewoon bewerkelijk, onpraktisch karakterschrift, ontwikkeld voor (of in) een heel andere taal. De Japanners noemden dit schrift Kanji, naar de Han-dynastie.

Het schrijven van Japans met een Chinees karakterschrift bleek al snel geen sinecure. Japanners gebruikten het karakterschrift (een teken is een betekenis, bijvoorbeeld “een ooi”) daarom gedeeltelijk als een klankschrift (een teken is een klank, bijvoorbeeld “ooi”). Je moet wat, immers. Daaruit ontwikkelde zich een nieuw, klankschrift dat vooral door vrouwen, die meestal weinig of geen Kanji kenden, werd gebruikt (In dit, toetsenbordloze, tijdperk, hadden vrouwen geen toegang tot hoger onderwijs. Toeval? Wij menen van niet.). Hieruit ontwikkelde zich in de 9e eeuw een lettergreepschrift, dat nog steeds wordt gebruikt (het zogenaamde Hiragana), en dat slechts enige tientallen tekens kent.

Wat mij verbijstert, is dat de uitvinding van Hiragana, waarmee Japans uitstekend te schrijven is, niet heeft geleid tot het afschaffen van het nodeloos complexe en onhandige Kanji. Duizenden tekens moeten die arme Japanners leren, en dat is nog niet alles. Voor het schrijven van buitenlandse woorden en namen, Rarufu bijvoorbeeld, wordt een DERDE schrift gebruikt, het Katakana. Ja. Drie, dus. Door elkaar.

Het is, kortom, geen wonder dat Japanse schoolkinderen de beste rekenaars van de wereld zijn. Het gevoel van opluchting, na een ochtendje karakters leren, om lekker een potje in het arabisch te rekenen, moet enorm zijn. Zelfs al hebben ze schrijven van een hele lieve Juf Saskia. (Die in Japan trouwens waarschijnlijk juf Sachiko zou heten.)

Geen opmerkingen: