Nog een paar dagen, dan vertrek ik naar Japan. Dus toog ik opgewekt naar het Noorden des Lands, om mijn beminde ouders gedag te zeggen, de nodige papieren bijeen te zoeken en de koffer van een overleden grootmoeder mee te snaaien.
Weemoedig door het nakend vertrek keek ik uit over de landerijen die de ouderlijke woonst omgorden. Dat geeft altijd een goed inzicht in de diverse hobbies en bevliegingen waaraan mijn ouders zich hebben overgegeven. Een Tunesische terraskachel, een vergrast veld waarin ooit authentieke veldbloemen groeiden, een composthoop, en velerlei andere zaken die het landleven tot een vreugde maken.
Groot was mijn vreugde toen ik vaststelde dat ze zich nu eindelijk op de veeteelt hadden toegelegd. Met het oog op de hardnekkige reclamecampagnes om Nederlanders aan de sherry te krijgen was er ook nauwelijks een meer winstgevende tuinactiviteit denkbaar dan het opkweken van een authentieke Osborne-stier!
Helaas. Al snel zag ik de bungelende uiers, en kort daarna een bezwete agrariƫr, die na een worsteling van een kwartiertje zijn huisdier wist mee te lokken. Dat worden weer veldbloemen, deze lente. Maar dan ben ik hier niet meer.
2 opmerkingen:
Als Europees landbouwexpert zie ik wel met tevredenheid dat het dier beide verplichte oormerken nog in heeft.
Qua veeteelt wil ik dan nog wel even wijzen op onze florerende wandelende takken-farm; weliswaar roept die niet steeds dat authentieke Rawhide-gevoel op, maar hij levert wel veel nageslacht.
Een reactie posten