zaterdag 3 april 2010
Lente
Ben ik er even een paar weken tussenuit, heb ik bij thuiskomst meteen een mailbox vol klachten. Ja, ik weet dat dit een van de populairste blogs in het Nederlands taalgebied is en ja, ik weet dat mensen moeite hebben met slapen, werken, kinderen in bed krijgen en velerlei anders als ze niet frequent worden voorzien van mijn geniale stukjes over het leven in Japan. Maar ik mag toch ook wel eens op vakantie? Zeker nu het lente is.
Het uitbreken van de lente is in Japan overigens een hele gebeurtenis. De mensen zijn hier van oudsher sowieso geobsedeerd door seizoenen, zowel omdat men hier nogal seizoensgebonden eet en drinkt, als omdat je in de meestal slecht geisoleerde en vrijwel onverwarmde Japanse woningen nogal goed merkt of het steenkoud danwel bloedheet is. Het begin van de lente is bovendien een extra populaire periode, omdat de tijd van doodvriezen aflgelopen is en die van levend gefrituurd worden nog even niet begonnen.
Deze vrolijke dagen worden gemarkeerd door de bloesemende sakura, of sierkers. Heel Japan staat vol met kersenbomen waar geen kersen aan komen, maar die eind maart, begin april, in overdadige bloemenpracht staan. Japanners grijpen deze gelegenheid aan om zich gezamenlijk onder werktijd klem te zuipen onder betreffende bomen, met als smoesje "hanami" wat letterlijk "bloemkijken" betekent. Voor de rest van de wereld is sakura dan weer een prettig-truttige naam voor Japanse restaurants, origami-verenigingen en Japanse hondjes.
Zelf wilde ik de wisseling van de seizoenen graag op een iets spectaculairdere manier beleven. aangezien ik toch voor werk in het Noordoosten moest zijn, toog ik daarom naar de hoogvlakte van Oku-Nikko, een natuurgebied op meer dan een kilometer boven de zeespiegel, een uur en vijftig haarspeldbochten voorbij het wereldberoemde tempelcomplex van Nikko. Maar als je dan eenmaal kotsend de bus uitkomt, dan heb je ook wat.
Zo'n besneeuwd berggebied in de lente, dat is een spectaculairder gezicht dan een paar bloeiende boompjes. Er lag nog een meter sneeuw toen ik aankwam, die doende was in hoog tempo te smelten en in kolkende watervallen honderden meters naar beneden te daveren. De bossen ratelden door het gehamer van honderden spechten. De beroemde wetlands, hoewel nog bedekt door sneeuw, werden langzaam weer wet en mijn voeten daardoor ook. Toch was ik niet geheel tevreden. Ik miste nog dat ene moment waarop je denkt "nu! Nu is het lente!".
En toen zat hij daar gewoon, in de zon. Een al wat oudere makaak, kalmpjes onanerend op een besneeuwde helling. Hij keek even wat die passant met dat fototoestelletje moest, maar keerde al snel terug tot zijn nuttige handwerken. Het beest in het beest was ontwaakt en ik voelde dat daarmee de lente waarlijk begonnen was. Dat beek te kloppen toen de kogeltrein me terugvoerde naar het zuidwesten, en het land elke kilometer een diepere tint roze kleurde. Eenmaal terug in Shukugawa, op weg naar mijn huisje op het strand, zaten duizenden mensen met loshangende stropdassen en opwaaiende zomerjurken blikjes bier en flessen sake leeg te hijsen onder de honderden bloeiende kersenbomen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten