Als ik het goed begrijp hebben mensen in Nederland moeite met de multiculturele samenleving en stemmen daarom op Geert Wilders. Maar dan weer niet overal; vooral in Limburg is hij razend populair. Daar zijn veel andere mensen, buiten Limburg, op hun beurt weer razend over, en zij hebben het initiatief genomen zogenaamde 'haatmails' aan de Limburgse vvv te sturen. Nu is de vvv veel te verwijten, maar Vreemdelingenhaat is daar volgens mij niet bij, en haatmails lijken me hoe dan ook niet meteen een effectieve vorm van activisme. Hoe het ook zij, ineens weet iedereen weer wat pakweg 50 jaar geleden nog evident was: dat Nederland al heel lang een multiculturele samenleving is en dat mensen uit de voormalige generaliteitslanden lang in het verdomhoekje hebben gezeten. Het is natuurlijk niet fraai als ze daar nu weer teruggezet worden, hoewel de "islamofascistische kutmarokkanen", "jattende corrupte Antillianen" en andere groepen natuurlijk wel even zouden kunnen uitblazen als die "racistische vlaaievreters met hun kinderverkrachterskerk en hun apetaaltje" de functie van nationaal pispaaltje een tijdje overnemen.
Ook in Japan is men, als het om culturele tegenstellingen en verschillen gaat, nogal kort van memorie. Het land is, net als Duitsland en Italiƫ, rond 1870 politiek verenigd, maar pas in de Tweede Wereldoorlog is daar een zekere culturele eenheid bij gekomen. Net als in Italiƫ houdt die eenheid overigens niet over. Japan is en blijft een multicultureel land, hoezeer dat ook door rechtse politici ontkend wordt. Niet voor niets moeten de inwoners van Kagoshima en Aomori ondertiteld worden als ze in een volkenkundig programma op de publieke omroep figureren. Ook de inwoners van Okinawa worden er door duizenden Amerikaanse vliegtuigen en helicopters elke dag aan herinnerd dat ze wel Japanners zijn, maar natuurlijk niet in die mate dat hun belangen werkelijk meetellen voor de regering in Tokyo.
Ik schreef al eerder dat de cultuur hier in het westen van Honshu wat afwijkt van de rest van het land, en niet tot ieders genoegen. Collega M, zelf afkomstig uit Kanagawa, klaagt steen en been. Dat de mensen hier hun kinderen niet behoorlijk opvoeden, bijvoorbeeld, zodat die halve restaurants tot wanhoop drijven met hun geschreeuw en geren, als ze de tent al niet gewoon met de grond gelijk maken. Dat mensen in de stationsboekhandel de krant staan te lezen en dan terugleggen, omdat ze te gierig zijn om er een te kopen. Dat Westjapanners altijd overal een mening over hebben, en die menen te moeten verkondigen ook, liefst luidkeels. Dat ze zelfs in de trein hun bek niet kunnen houden. Dat ze altijd, overal, van die idiote zegeltjes, bonuspunten, stempeltjes en andere voordeeltjes bij moeten hebben, en met al hun gierigheid wel aan een stuk door overbodige rotzooi kopen "omdat het in de aanbieding was".
Het is allemaal waar, zo moet ik keer op keer beamen, maar telkens als ik klachten hoor over West-Japan krijg in een week gevoel en moet ik onwillekeurig aan vanillevla denken. Er is hier iets niet pluis, iets dat me bekruipt en omringt en me tegelijk een huiselijk en een beklemmend gevoel geeft. Ik wist dan ook geen goed antwoord toen secretaresse T. me laatst in de coffeeshop van de Universiteit vroeg hoe ik het vond om in "zo'n heel andere cultuur" te leven dan ik gewend was. "Ja, eh, kweenie", Japanste ik terug, "soms voel ik me op een bepaalde manier haast te thuis. Het is moeilijk onder woorden te brengen."
Toen we opstonden zag ik haar hand geroutineerd naar haar kopje gaan. Ze pakte het suikerzakje en stak het in haar tas.
zondag 13 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten