1976 was een prachtjaar. Mao stierf, Friedman kreeg een Nobelprijs, Ralf Futselaar werd geboren; de ene schitterende gebeurtenis na de andere. Er waren natuurlijk ook mindere momenten. De Zuidafrikaanse regering intensiveerde de repressie van de zwarte bevolking weer eens, de Rupel trad buiten haar oevers, en mijn ouders kwamen op het bizarre idee mij Duurt te noemen. Ja, ik heb nóg een eigenaardige naam, die van het geheel een soort zinnetje maakt.
Veel last heb ik er, eerlijk gezegd, niet van gehad. Op de lagere school werd ik wel eens met Duurt gepest, maar wie toch ook al Futselaar heet, kan wel wat hebben. Duurt gebruik ik tegenwoordig gewoon niet; op mijn visitekaartjes, bibliotheekpasjes, boeken en wat dies meer zij, heet ik gewoon Ralf Futselaar. Toen ik naar Japan ging, transcribeerde mijn geliefde collega K. dus ook die twee namen in het Katakana: rarufu futteseraaru.
Dinsdagmiddag ging ik met mevrouw S., een van de lieve secretaresses van het centrum, naar een bank om daar mijn Japanse rekening te openen. Wij namen plaats tegenover een vriendelijke juffrouw die mij meteen aan een tekenfilmfiguur deed denken en die, toen ze haar mond open deed, ook precies zo bleek te klinken. Mevrouw S. legde haar uit wat die grote sensei uit oranda wilde, waarop een onbegrijpelijke serie gebeurtenissen volgde, met veel Japanse formulieren, stempels en kopiering van paspoorten en verblijfsdocumenten. Na een minuut of twintig was alles in gereedheid, en mocht ik mijn naam, in het Japans, op het laatste formulier schrijven. Dat kostte een paar minuten, maar toen stond het er toch maar mooi.
"Arrigatoo Gozaimasutaaaa"! Tsjirpte de bankjuffrouw opgewekt, en begon de papieren bijeen te leggen. Tot ze plots stopte, en mij verschrikt aankeek met haar grote bruine bambi-ogen. Ze wees naar de kopie van mijn paspoort en stamelde "Duuu? Duuhuuhu?" "Duurt", zei ik zachtjes, en "sumimasen". "Duuuuhuwudu?" "Hai! Duurt!" "Duuuduuuudeweduuuduudu?" Mevrouw S. stelde voor er een tweede, meer ervaren, bankmedemerker bij te halen. Die kwam. En nog een. En daarna nog een. Al gauw zat ik tegenover een uitgelaten groep Japanners, die vlijtig probeerden "Duurt" te zeggen en, vooral, te schrijven, tot zichtbaar vermaak van de andere klanten.
Uiteindelijk heeft de bedrijfsleider de knoop maar doorgehakt. Op een bankkantoor in Japan ligt nu een formulier met daarop in mijn hampelige hanepoten-katakana "futteseraaru rarufu". Daarachter staat, in een prachtig regelmatig meisjeshandschrift "durutu". En dat klinkt, vind ik, dan weer ontzettend Seventies.
zaterdag 31 maart 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hallo Futteseraaru Rarufu Durutu! Mooi verhaal. En dat terwijl ik je gisteravond nog heb gezien. Althans, je naam (Nederlandse versie) en wel in een klein artikeltje in het Historisch Nieuwsblad!
Alles goed verder daar in het Japse?
Een reactie posten