De historische handelsstatistieken van Japan zijn pure economenporno. Eeuwenlang vrijwel geheel afgesloten, daarna explosief gegroeid, toen volledig verwoest, en dan, na 1945, van nul tot honderd in 40 jaar. Auto's, brommers, spelcomputers, broodtrommels, robots; in een paar decennia overspoelde Japan de wereld met de prachtigste producten. Het land werd een model voor de Derde Wereld, maar meer nog voor de Verenigde Staten en Europa, wier economische prestaties in de jaren '70 steeds schriller afstaken bij het Japanse megasucces.
Van dergelijke successen worden mensen gemakkelijk overmoedig, en geleidelijk raakte Japan verzeild in een klassieke bubble. Rond 1990 werd duidelijk dat de prijs van Japanse aandelen en onroerend goed tot hysterische hoogten was gestegen, en een harde landing bleef niet uit. Een ontnuchterd, meer bescheiden en bestendig Japan herrees, en hervond een plaats in de wereldeconomie. De meeste auto's en brommers worden inmiddels elders gemaakt. Zelfs de Nissans die hier om de hoek worden verkocht zijn niet zelden in Engeland in elkaar gezet.
Softere sectoren zijn in opkomst. In plaats economenporno, exporteert Japan tegenwoordig veel mensenporno, meestal in tekenfilm- en stripvorm. Er komen veel computerspelletjes uit Japan, natuurlijk, maar ook de prachtfilms van studio Ghibli, de romans van Haruki Murakami en zelfs popmuziek. In Europa en Amerika blijft het effect niet uit; Japan is hip. Zelfs Albert Heijn verkoopt tegenwoordig, slechte, sushi.
Natuurlijk is deze ontwikkeling ook weer niet helemaal uit de lucht is komen vallen. Mishima, de Transformers, en Astroboy waren in de jaren '70 en '80 ook weer niet helemáál onbekend buiten Japan. En dan zwijg ik nog van de eeuwige superster onder de Japanse culturele exportprodcuten; de ninja. Deze sluipende, onzichtbare spion/moordenaar uit het feodale verleden is overigens in werkelijkheid een na-oorlogs verzinsel, kundig in elkaar gefabuleerd op een losse basis van samoerai-tradities en Amerikaanse westerns, maar dat doet er natuurlijk allemaal niets toe. Vet cool is nu eenmaal beter dan echt gebeurd.
Binnen Japan heeft de ninja-mythe zich geografisch toegespitst op het 17e eeuwse Nijo Jinya, de woning van de adelijke familie O. in Kyoto, waar vanaf 1670 Samoerai en andere hoogwaardigheidsbezoekers logeerden voorafgaand aan hun bezoeken aan de keizer. Dat was niet zonder risico. De Tokugawa-clan had het Shogunaat, en daarmee de politieke macht, stevig in handen, maar voor de mindere goden bleven genoeg redenen over om elkaar naar het leven te staan. Om onnodig bloedvergieten tegen te gaan, werd het huis volgebouwd met schuilplaatsen, ontsnappingsluiken en valse trappen. Tegenwoordig wordt het huis, ook door Japanners het 'ninja-huis' genoemd.
Een deel van de woning is open voor publiek, en mijn Kyootse vrienden Y. en J. besloten mij mee te nemen op de exclusieve rondleiding. Geen ninja gezien, natuurlijk, maar het huis is echt schitterend, en ik was nog diep onder de indruk toen we weer in de voortuin stonden. Daar werden wij aangesproken door een oudere, nogal beschonken Japanse dandy, in een fleurige kimono, die kalm zat te roken onder het bord waarop stond dat dat nu juist niet mocht. Dat was rijkelijk brutaal vond ik, maar de man bleek de laatste nazaat O., en de bewoner van het niet-openbare deel van het huis, te zijn. Quod licet Iovi, non licet bovi.
Hoewel hij alle reden tot goedgemutstheid had, zoals een mooie woning en gevorderde dronkenschap, vond de heer des huizes het nodig ons eens uitgebreid te onderhouden over het toenemend verval der zeden. De cultuur, zo bleek, was ten dode opgeschreven, en dat kwam door die vervloekte export. Japan was een land van geld, brommertjes en automobielen geworden, waar geen dankbaarheid jegens de kosmos meer bestond, en waar de sociale orde voorgoed verwoest was. Nee dan vroeger, voordat Japan zo nodig allerhande rotzooi moest verkopen. Dromerig wankelend staart hij in de leegte. "Toen, toen had je nog ninja's!"
vrijdag 22 juni 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Een fraai stuk, maar uit de korte tijd dat ik, knaap nog, Latijn studeerde meen ik mij te herinneren dat het juiste woord hier Quod is, niet quid.
Mooi verhaal, maar piraten zijn natuurlijk beter dan ninja's.
@Frank: je hebt volkomen gelijk. Is aangepast. Dank.
@Haggis: ook jij hebt natuurlijk hlemaal gelijk, maar ik probeer, om niet al te prekerig over te komen, niet voortdurend over mijn
religie te beginnen..
Een reactie posten