zaterdag 29 december 2007

Oshirikajirimushi

Het leerboek Japans biedt een schat aan nuttige kennis. Wie het heeft doorgewerkt kan allerhande dagelijkse zaken in het Japans afhandelen. Iemand vriendelijk bedanken, bijvoorbeeld, of rijst met vis bestellen. Daar is over nagedacht, natuurlijk. De aanstormende Japanstalige moet toegerust worden met bruikbare kennis, die het bestaan hier te lande vergemakkelijkt. Dat werkt, zo blijkt, want ik houd mij in het dagelijks leven behoorlijk staande.

Ik schreef eerder al dat de Japanse bevolking, en met name het vrouwelijk deel ervan, ook altijd graag helpt bij het leerproces. Bij het zien van het even keurige als kleurige lesboekje betrekken echter veelal de gezichten. Nee, burgermansjapans leer je maar op eigen houtje. Voor het aanleren van overbodig Japans leggen ze echter een bedenkelijk enthousiasme aan de dag, een beetje zoals ik als jongetje, toen ik met mijn vriendjes de papegaai in de dierenwinkel 'kut' probeerde aan te leren. Resultaat is dat ik nog steeds niet kan vragen waar het postkantoor is, maar wel de woorden ken voor bijvoorbeeld slagroomsoesje, intellectuelenkaalheid, scheet (2x) zeekomkommer, schlemiel en bipsbijtbeestje. Dat laatste is dan meteen ook mijn langste Japanse woord: Oshirikajirimushi. Nu is kennis van de Oshirikajirimushi ook weer niet geheel overbodig in het hedendaagse Japan. Nee, dit vrolijke diertje is hard op weg een culureel icoon van formaat te worden, vergelijkbaar met de Fuji, het Gouden Pavilioen en Astroboy.

Net als elders, en zeker in Nederland, zanikt men in Japan wat af over de zedelijke teloorgang van de Vaderlandsche Jeugd. Ze hebben geen wormen in naden, wat overigens ook met hygiëne te maken kan hebben, weten niets, kijken apathisch naar stompzinnige tekenfilms en bewegen veel te weinig. Natuurlijk moest de nationale televisiezender NHK ingrijpen. Wat beter te doen dan een stompzinnige tekenfilm te maken die de jeugd eens flink in beweging brengt? De vraag stellen is haar beantwoorden.

Niet eerder werd uit publieke middelen een zo irritant mediafenomeen geboren als Oshirikajirimushi. En nee, ik ben Jan Douwe Kroeske, Marcel van Dam en Ivo Niehe nìet vergeten, dit is echt nog erger, hoewel het natuurlijk prettig is dat je een tekenfilmfiguur tenminste niet op straat kunt tegenkomen. De stem van knalgele dikkop Oshirikadjirimushi doet denken aan een ekster in een wolk helium, en zijn act bestaat, naast rudimentaire ochtendgymnastiek, uit een liedje over de verschillende achterwerken waarin hij zijn vier slagtanden heeft gezet.

Inmiddels liggen vrijwel alle winkels vol gele merchandise. Ik zag zelfs, voor 3 euro per rol, officieel bipsbijtbeestjewcpapier, wat toch niet uitnodigend kan zijn. Natuurlijk is deze berg rotzooi tijdens de feestdagen het best aan de man te brengen door het blaartrekkende deuntje continu op een daverend volume te doen rondschallen. Alsof die opdringerige kerstmuziek nog niet erg genoeg was, wordt een iegelijk de gehele dag ongevraagd getrakteerd op "warme bipsen!/koude bipsen!/harde bipsen!/zachte bipsen!".

Ondanks mijn ergernis, moet ik toegeven dat het wel erg goed werkt. In park en plantsoen , alsook in diverse winkels, zie ik jong Japan met onverbiddelijk enthousiasme springen en zwieren volgens de aanwijzingen van het gele ettertje. Tweemaal daags is op televisie te zien hoe een schoolklas ergens in den lande het bilbijtdansje uitvoert onder leiding van een in bilbijtpak gestoken dansjuf. Op de achtergrond zie je vaak een onderwijzer staan, soms huilend, soms oncontroleerbaar schaterend, maar in alle gevallen gereduceerd tot geestelijke wrakken, nu de rage een paar weken heeft geduurd.

Nu, dat laatste heb ik verzonnen, maar het zou me niks verbazen als het waar was. Klik maar eens op deze youtube-link. Pas op, alleen mensen met een goede conditie moeten proberen de tien minuten vol te maken. Oshirikajirimushi is al erg genoeg zonder dat aan de andere kant van de wereld iemand aan een hartaanval bezwijkt.

1 opmerking:

Anoniem zei

Die is inderdaad erg irritant.