
Het is niet dat ze hun best niet doen, of hebben gedaan. Integendeel: als het gaat om de verwoesting van Japan staat de Japanse medemens, en meer specifiek de Japanse overheid, altijd paraat. Met name in de periferie van de grote steden is het landschap met verbijsterende grondigheid ontdaan van iedere charme, en vervolgens door de locale vastgoedmafia volgeplempt met roest, brokkelig beton en wegen naar nergens. Aan inzet geen gebrek.
Evengoed is het op een volstrekte mislukking uitgedraaid. Japan is nu eenmaal een steile, vulkanische bergrug. Waar in Nederland iedere vierkante meter kan worden ingezet om het zoveelste overbodige bedrijventerrein, kantoorpark, of ander lelijks op neer te kwakken, is dat in Japan op voorhand onmogelijk. Een paar flinke stukken graniet blijken een stuk effectiever dan een ecologische hoofdstructuur, of een of andere schoonheidscommissie. Een politieke beweging lijkt me dan ook op zijn plaats. Zou 'Rots op Nederland' niet wat zijn? Met Brandsteder als lijstduwer?
Dat terzijde. Ongeveer 80% van Japan is niet bebouwbaar en van lieverlee dichtbebost. In die bossen leeft een keur aan wilde dieren (alsmede miljoenen verwilderde huiskatten en een stuk of wat hoogbejaarde soldaten die in augustus `45 een tamelijk cruciale radiouitzending hebben gemist). Van al die dieren zijn de makaken, macaca fuscata fuscata, verreweg de leukste. Na mensen zijn deze apen de noordelijkst levende primaat. Mèt mensen zijn het bovendien de enige dieren die sneeuwballengevechten houden. Dat laatste heb ik helaas nog niet in het echt mogen zien.
De apen zelf wel. Ze zijn bijzonder schuw en gewiekst, maar er zijn plaatsen waar ze zich, met enig geluk, aan mensen laten zien. Mijn favoriet is het park in Minoo, dat direct grenst aan een groot bos- en berggebied, en waar je met een beetje geluk af en toe een flinke club apen kunt treffen. Wie een Heul verwacht is echter aan het verkeerde adres. Terwijl de vrouwtjes en jongen snel door de boomtoppen worden geleid, onder het wakend oog van een vervaarlijk ouder mannetje, duikelen de jonge mannetjes tussen de dagjesmensen op de grond om zo veel mogelijk eten te snaaien.
Door het tempo waarmee deze acties plaatsvinden, en de enorme consternatie waarmee ze gepaard gaan, zijn de apen hier bijzonder moeilijk te fotograferen. Daartoe toog ik dus naar Arashiyama, in de buurt van Kyoto. Rond Arishiyama bevinden zich, weinig verrassend, allerhande beboste bergen, en op een daarvan heeft men een voederkooi geplaatst. In die kooi kunnen bezoekers fruit kopen, dat ze door het gaas aan de buiten lopende apen overhandigen. Als gevolg daarvan hangt er rond Arashiyama een vaste groep van ongeveer 170 makaken rond.
In vergelijking met elders zijn deze makaken nagenoeg handtam. Ze hangen maar wat, eigenlijk. Een beetje vlooien, in de zon hangen, potje neuken, en dan weer een half uurtje in het gaas hangen krijsen om schijfjes banaan uit kleffe kinderhandjes te krijgen. Een beetje wilder had het, wat mij betreft, wel gemogen, maar wie ben ik? Geen makaak, in ieder geval. Daar staat bovendien tegenover dat de apen hier bijzonder goed te observeren zijn. Echt groot zijn ze niet, zo blijkt, hoewel ze met hun wintervacht nog behoorlijk imposant lijken. Makaken zien er uit als een soort haarballen op pootjes, met een rooie, meestal fronsende snuit, voorzien van een paar beste slagtanden, op de voorkant, en achterop een stel knalrode billen. Op die billen zitten twee grote bleke blaren, waarop ze in weerwil van Nederlandse zegswijzen juist bijzonder goed kunnen zitten.
Wat mensen aantrekt in apen schijnt te zijn dat ze zo op mensen lijken. Een beetje vreemd, want mensen hebben ze thuis ook. Ik heb hier ongeveer twaalf miljoen buren, dus die extra 170 stuks heb ik niet nodig. Ik kreeg, temidden van de krijsende apen, die in hun poging als eerste een plakje banaan te bemachtigen naar elkaar sloegen, schreeuwden en anderzins misbaar maakten, eigenlijk een onprettig gevoel, dat me bekend voorkwam. Een beetje unheimisch. Het volgende moment wist ik waarom. Redeloze agressie, hypocriete verontwaardiging, overdreven stemverheffing, en een ingeboren weerzin tegen iedere vorm van samenwerking; apen lijken helemaal niet op mensen. Maar wel ontzettend op Amsterdammers.
1 opmerking:
Over beesten in Japan gesproken...
http://edition.cnn.com/2008/WORLD/asiapcf/05/21/lost.parrot.ap/index.html?imw=Y&iref=mpstoryemail
"He kept mum with the cops."
Waar vind je nog zulke huisdieren?
Een reactie posten