zaterdag 28 augustus 2010

Gehoor

Mijn oma had zo haar antipathieën. Ze hield niet van Paul de Leeuw, niet van de Telegraaf, niet van het CDA, niet, in het bijzonder, van Ernst Hirsch-Ballin, niet van het Christendom en niet van de buurtschap Ittersum, steevast aangeduid als "Dat Ittersum", waar naar verluidde iedereen om de haverklap ter kerke ging, op het CDA stemde (vooral op Hirsch-Ballin), de Telegraaf las en naar televisieprogramma's met Paul de Leeuw keek. Bij voorkeur allemaal tegelijk, hoewel zulks natuurlijk wat logistieke problemen met zich meebracht. Al met al was mijn oma een progressieve, zij het soms wat mopperig uitgevallen bejaarde.

Die progressiviteit strekte zich echter nadrukkelijk niet uit tot de medische stand. Een arts moest toch als het enigszins kon een man zijn, en op z'n minst flink grijzend, want die jongelui vertrouwde ze niet. Helemaal erg was een jonge vrouw, "zo'n jong ding", dat na slechts een jaar of tien opleiding aan haar meende te mogen zitten. Om zich in geval van nood te weer te kunnen stellen, bladerde ze veelvuldig in haar medische encyclopedie en knipte hoofdschuddend berichten uit de Zwolse Courant over medische fouten, oplichting en onkunde. Dat de daders in dergelijke gevallen vrijwel uitsluitend oudere heren waren, heeft ze tot haar dood, te lang dus, over het hoofd gezien. Ik heb in ieder geval lering getrokken uit dit alles. Geef mij maar een jonge vrouw. Eventueel ook als arts.

In Japan denk ik er anders over. Niet omdat ik oude artsen hier kundiger acht, maar omdat oude artsen meestal prima Duits spreken. Tot relatief recent functioneerden artsen in Japan namelijk grotendeels in het Duits. Dat was handig, want er waren uitstekende leerboeken in het Duits voorhanden, en bovendien beheersten hun patiënten het niet, zodat zij onbezwaard hun hart konden luchten op de "Karte", de patiëntenkaart. Die Karte bestaat nog, en heet ook nog steeds zo, maar inmiddels staat er gewoon Japans op. De verkoop van medische encyclopedieën is sinds de omschakeling explosief gestegen. Oudere artsen spreken desalniettemin vaak nog prima Duits en ik, omdat ik mij een tijdje bezig heb mogen houden met de Nederlands-Duitse relaties in een bepaalde periode, ook. Dat is altijd handig als je hevig bloedend een praktijk binnen komt strompelen.

Nu groeide er de laatste weken een klein, maar buitengewoon storend gezwel in mijn linkeroor. Ik had al gezien dat de oorarts die een kilometer verderop praktijk houdt niet een van de jongsten was, en ik begaf me dan ook met gezwinde tred naar zijn praktijk. Helaas bleek hij er ouder uit te zien dan hij werkelijk is. Geen Duits. Maar met mijn krakkemikkige Japans en zijn beroerde Engels zouden we er ook wel uitkomen. Geïnteresseerd bekeek hij mijn oorbobbeltje. Vrijwel onmiddellijk stond hij op, en liep om de behandelstoel heen om ook in mijn rechteroor te kunnen kijken, waar naar mijn inzicht niets mis mee was. Vervolgens nam hij plaats op de stoel tegenover mij.

"Meneer Futselaar", vroeg hij, "hoe bevalt het leven in Shukugawa u?"

"Nou", zei ik, "eigenlijk uitstekend. Weet u," ik ging er eens goed voor zitten, "vroeger woonde ik in Nederland. Dat is een akelig land, met bijzonder onaangename mensen. Het is er aan een stuk door een geweldige herrie, omdat iedereen luidruchtig loopt te bellen, te klagen en te tieren. Het vliegveld ligt er niet in zee, zoals hier, maar in een opgedweild meer naast de hoofdstad, zodat horen en zien je vergaat van de herrie van af- en aanvliegende vliegtuigen. Om het niet aflatende gezanik van hun ontevreden ouders niet te horen, heeft bovendien een groot deel van de jeugd geïnvesteerd in luidruchtige bromscooters, die met hun geknetter het algehele lawaai natuurlijk alleen maar verergeren. En dan heb ik het nog niet over scholen en kinderdagverblijven, waar kindertjes zodanig gemangeld worden door hun analfabete leidstertjes dat ze het eenmaal weer buiten meteen op een schreeuwen zetten waar in de wijde omtrek de ramen van rinkelen. Hier is het tenminste stil!"

De dokter stond op, nam een tweetal instrumenten ter hand en keerde terug naar mijn rechteroor. Onmiddellijk daarna kreeg ik het gevoel dat een aanzienlijk deel van mijn schedel, met een ontzagwekkend gekraak, door mijn gehoorgang naar buiten werd getrokken. Wat het precies was, kon ik zelf niet zien, want mij ogen zitten aan de voorkant, maar wel viel me op dat de doktersassistente kokhalzend haar hoofd afwendde. Ook mijn linkeroor werd met kracht geleegd, wederom met onvoorstelbaar veel lawaai, en ik meende te voelen dat een vettige massa van een paar kubieke centimeter als een champagnekurk uit mijn hoor plopte.

"Dat bobbeltje", sprak de dokter, "dat snij ik er wel even af, en dat sturen we op naar het lab. Uitslag over twee weken. Enneh, zou u in de toekomst uw oren zelf een beetje schoon kunnen proberen te houden?"

De uitslag is inmiddels binnen. Niks aan de hand. Ik heb geen huid- of oorkanker en er groeit ook geen nieuw armpje of beentje uit mijn oor. Ik ben ook nog steeds heel tevreden met het bestaan in Japan. Van Ernst Hirsch-Ballin, Ittersum, de Telegraaf en ander slechts heb je hier in ieder geval geen last. Maar echt stil blijkt het, helaas, bij nader inzien niet te zijn.

3 opmerkingen:

Frank zei

`Dat Ittersum` is inmiddels redelijk aan het verpauperen, en mogelijk mede daardoor, en door mijn eigen gericht ingezette demagogie natuurlijk, verschuift het steeds verder naar links (boven het landelijk gemiddelde inmiddels). Dat zou oma waarderen, vermoed ik.

HF zei

@Frank: Dat zou ze inderdaad prachtig gevonden hebben!

Brian zei

Voor zij die in een vreemd land onder de zoden dreigen te raken is er de "where there is no doctor"- serie te downloaden. Erg handig als je je lokale kwakzalver niet vertrouwt.

http://www.hesperian.org/publications_download.php