vrijdag 24 april 2009

Heike



De jaren '80 van de twaalfde eeuw waren een onrustige periode, en niet alleen in het naar hartelust kruisvarende Europa. In Japan, bijvoorbeeld, werd een bloedige oorlog uitgevochten tussen de Minamoto en Taira clans, die beide van zins waren een stroman tot keizer te laten kronen en zo de eigen invloed in den lande te vergroten. De Minamoto wonnen die oorlog en de Taira, tegenwoordig beter bekend als de Heike, kozen het hazenpad. Zij staken de Japanse binnenzee over naar het ruige Shikoku, vernietigden de beroemde liaanbruggen en hielden zich enige tijd schuil in de bergen. Uiteindelijk was ook dat vergeefs; talloze Heike kwamen om in het onherbergzame landschap, en na enige jaren werden de overlevenden alsnog verdreven. Slechts een enkele Heike wist uiteindelijk te ontkomen, en schreef zich min of meer incognito in als student natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Zo, dat staat. Ik ben nogal historicus, dus als er even een 8 eeuwen oud epos in modern Nederlands moet worden herverteld, kan men op mij rekenen. Ik zit niet voor niets de hele dag achter dat bureautje, er moet productie gedraaid worden. Ik was dan ook verbaasd toen collega Aap twee weken geleden naast mij kwam zitten en vroeg of ik de laatste tijd niet wat al te veel op kantoor was. Natuurlijk niet, vond ik. Dat die malle Japanners om de haverklap vrij zijn is tot daar aan toe, maar ik wil gewoon doorwerken. Meteen over werk beginnen, dacht ik, dan houdt hij zijn mond wel. "Kijk toch eens, Aap-san, wat een prachtmateriaal ik net binnen heb! Over tuberculose in Korea in de jaren '30, en dit, over de oorlog, en over de geschiedenis van de puberteit sinds de negentiende eeuw! Ik moet trouwens ook nog iets afmaken over getraumatiseerde Noren, om nog maar te zwijgen van onze nieuwe cohortanalyse!"

Voor het eerst in mijn leven zag ik een Japanner meewarig kijken. Aap droop gelukkig wel af, zodat ik weer normaal door kon werken, maar op de gang hoorde ik hem, in het Japans, tegen secretaresse M zeggen dat ik "echt niet wilde". Nou, precies. Bemoeial. Die avond vertelde ik K., hopend op begrip, wat me nu weer overkomen was. Maar K. is ook zo'n luie Japanner, en begon meteen te zeuren dat ik de laatste tijd wel erg vaak hardop in mezelf praat, veel servies uit mijn voorpoten laat vallen, weinig geconcentreerd, alsmede ontzettend opvliegend ben en veel vloek. Zou ik niet eens een paar dagen vrij kunnen nemen? "Wel godverdomme!" riep ik in het Nederlands, terwijl ik mijn bier met een klap op tafel zette. "Zie je wel." zei K.

Bij zoveel blijken van afwijzing restte nog maar een optie, en de volgende dag reeds pakte ik de bus van Kobe naar Shikoku. Ze zullen er nog spijt van krijgen, dacht ik, als ze merken hoe ze me missen als ik er een week niet ben. Na twee uur tekende zich aan de einder het profiel af van het Tsurugi-gebergte. Daar, ver van de bewoonde wereld, loopt de Heike Baba, al achthonderd jaar een vertrouwd toevluchtsoord voor voortvluchtige samoerai en onterecht van overwerktheid betichte wetenschappers.

De bergen van centraal Shikoku zijn steil, steiler in ieder geval dan ik ooit elders heb meegemaakt. Er is weinig water, het weer is onberekenbaar, en door de frequente aardbevingen en lawines zijn de paden, indien aanwezig, weinig betrouwbaar. Reeds halverwege de eerste helling meldde mijn telefoon geen contact te kunnen maken met het GSM netwerk, en internet was ook al niet voorhanden. Dat had, hoewel ik natuurlijk niemand anders dan mijzelf gelijk wil geven, een zeker kalmerend effect. Sterker nog, na een dag of drie begon mijn woedende stampvoeten af te nemen tot gewoon lopen. Deels vanwege zo'n liaanbrug; dat zijn enge dingen. Deels, toch ook wel, omdat ik een klein beetje tot rust kwam.

En toen was ze daar. Jong nog, maar al beeldschoon, stond ze me bevallig aan te staren op de bergrug. Ik kon niet naar links of naar rechts, zij alleen een heel klein stukje naar links. Ik moest vlak langs haar lopen.

Trouwe lezers vragen zich inmiddels af, maar Ralf, welke soort roep je in april uit tot "holhoornige van de maand"? De keuze mag duidelijk zijn, de holhoornige van de maand is de Japanse bosgems, capricornis crispus, hierboven op de foto.

2 opmerkingen:

It is aai zei

Noemen we hem (of haar) nu ook Heike.
Maar doe je wel een beetje rustig aan, Rarufu-san? Anders maken we ons hier in Europa een beetje zorgen om je... (nu niet stampvoeten)

Odmar zei

Beste Ralf,

Bij toeval was je gisteren het gespreksonderwerp. Dhr. Klemann had een vrij lovende recensie van Lards, Lice & Longvity (!) geschreven in Geschiedenis magazine. Is het toch nog goed gekomen met: binnenkort verkrijgbaar in de betere boekhandel. Nu wist hij mij zelfs te vertellen dat je bij ons in de werkgroep Auferstanden aus Ruinen had gezongen. Dat waren nog eens colleges, ik heb ze niet geƫvenaard zien worden in de afgelopen twee jaar. Wellicht interesseert het je te weten dat ik momenteel mijn bachelorscriptie schrijf over tropische voedingsmiddelen en de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Is het toch nog goed gekomen met de studenten van werkgroep A.

Heel veel succes in Japan,

Odmar