Ik ben een zachtmoedig mens. Het voortdurend wangedrag van anderen is mij een ergernis, maar echt kwaad zal ik niet snel worden. Ook mensen die het, heel dom, met mij oneens zijn, of die een zin of zinsdeel beginnen met "dan heb ik zoiets van", treed ik te allen tijde tegemoet met ongegronde, maar desalniettemin gemeende, welwillendheid. Ook in het verkeer, het openbaar vervoer en zelfs in Japanse bankfilialen, blijf ik een monument van rust en zelfbeheersing. Met een vriendelijke glimlach, volgens sommigen het product van innerlijke harmonie, volgens mijn moeder van onverbeterlijke arrogantie, treed ik mijn falende medemens tegemoet. Zijn ergerniswekkende mensen immers niet ook altijd deerniswekkend?
Overkomt het me dan nooit? Tuurlijk wel. Iedere keer dat ik een of ander dom formulier moet invullen word ik vervuld van een zinderende haat, verhef mijn stem, en poog de schuldige onmiddellijk te vernietigen. Vooral bij het binnenkomen van Japan via Kansai International Airport, als ik een allochtonenformulier moet invullen, kan ik erg giftig uit de hoek komen. "Ik ben burger van Shukugawa", bijt ik de beambte toe, "en ik betaal evenveel belasting als u". Dat is, tengevolge van een voor mij nogal voordelige fiscale regeling tussen Nederland en Japan, eigenlijk niet helemaal waar, maar dat weten zij niet. Te mijner verdediging moet overigens aangevoerd worden dat als de douanier zijn verzoek begint met de woorden "Professor, tot mijn spijt moet ik u vragen....", veel minder driftig reageer. Presentatie wil ook wat.
Heel slim had het hoofd van het secretariaat, die al eerder moordlust in mij heeft doen ontvlammen, het nieuwste formulier op mijn bureau gelegd toen ik even kerrierijst was gaan eten en vervolgens de middag vrijaf genomen. Mijn ergernis was er niet minder om, temeer daar het wel het allerdomste formulier bleek te zijn dat ik mijn leven heb moeten invullen. "Met het oog op de om zich grijpende varkensgriep, verzoekt de universiteit u uiteen te zetten waarom u de komende weken naar het buitenland wil reizen, en waar u wanneer zult zijn." Dat vod maakte een enkele reis naar het cylindrisch archief. De volgende ochtend kreeg ik het echter terug, nu als attachment bij een mailtje. Na het weekend, mopperschreef ik streng terug. Zo.
En toen, op zaterdag, gebeurde het. 50, 75, nee meer dan honderd besmettingen in Kobe, Ashiya, Ibaraki. Een ring van besmetting en redeloze grieppaniek sloot zich rond Shukugawa. Omdat vooral jongeren het haasje lijken te zijn heeft de regering een oekaze doen uitgaan dat 18-minners binnen moeten blijven en alle scholen en universiteiten, inclusief de mijne, zijn dicht. Mondkapjes zijn weer een vast onderdeel van het straatbeeld, en de treinen zijn leeg. Ik ben, een beetje, boven de 18, dus ik vermaak me kostelijk, zeker nu het ineens schitterend weer is. Ook aanbieders van mobiele telefonie schijnen overigens goed te boeren ten tijde van het scholierenisolement.
Maar het mooiste was het attachment, dat ik zojuist openklikte. Reden voor vertrek: te ontsnappen aan de pestilentie, ziekte en dreigende dood alhier. Send. Klaar.
1 opmerking:
Lach maar Ralf, met je formuliertje. Wij zouden op vakantie gaan naar Indonesie, en nu ongeveer in de binnelanden van Java Nasi Lemak aan het eten zijn. Maar nee, door de Swineflu moest de missus overuren draaien bij de Health Protection Agency dus is dat nu uitgesteld tot julie / augustus. Blijkt ondertussen die varkensgriep wel mee te vallen, en hebben wij voor niets die vakantie (en Nasi Lemak) afgezegd te hebben.
In Nederland heet het trouwens Mexikaanse griep, maar niet in Engeland want dat zou niet politiek correct zijn. En wie spreekt het voor het varken?
Een reactie posten