zondag 7 maart 2010

De ontembaren

Ik schreef vorige week al even over de internationale gemeenschap, en dat maakte bij mij duizenden lezers nogal wat los. Naast gewaardeerde steunbetuigingen en harten onder de riem, ontving ik echter nogal wat post betreffende internationale gemeenschap hier te lande en meer bijzonder de kansen die seksueel gefrustreerde Nederlandse jongemannen daartoe zouden hebben. Daarover doen namelijk wilde verhalen de ronde. Men beweert dat nagenoeg iedereen die er een beetje buitenlands uitziet en van de mannelijke kunne is, zich reeds bij het verlaten van het vliegtuig omgord weet door een massa aantrekkelijke Japanse jongedames die niet minder dan staan te springen om een lekker potje gemeenschap.

Nu geldt als vuistregel dat vrijwel alles dat men in Nederland over Japan rondvertelt volstrekte onzin is, maar dit is nu voor de aardigheid eens waar. Ik zelf ben, door de combinatie van een oogverblindend uiterlijk en onweerstaanbare charme, natuurlijk overal ter wereld een sekssymbool van de eerste orde, maar in Japan zou ik geen van beide van node zijn. Iedere man die blank of zwart is kan zich hier verheugen in een stortvloed aan vrouwelijke aandacht. Deels is dit omdat Japanse mannen, vooral de laatste jaren, steeds meer worden gezien als verwende,lastige en en seksueel ontoereikende figuren, die bovendien vaak nog lastige en bemoeizuchtige ouders hebben ook. Hele praatprogramma's worden gewijd aan de "herkauwersgeneratie", jonge kerels die liever bij mama thuis blijven dan een deerne aan de haak te slaan en er eens flink op los te gemeenschappen.

Allochtonen staan daarentegen bekend als vurige minnaars, hoffelijke feministen en bovendien hebben ze meestal hun ouders in het thuisland achtergelaten. Natuurlijk kan het desondanks best zijn dat je een ontzettende hork bent en zonder een pondje Viagra nergens toe komt, of zelfs dat je je bemoeizuchtige moeder hebt meegenomen, maar daar komen de Japansen meestal veel te laat achter. Buitenlandse mannen gelden in ieder geval ongezien als Kakkoii, hetgeen Japans is voor cool, en dat is voor menigeen een prettige verrassing. Hoe lelijk, oud of kalend ook, in Japan waan je je een Brad Pitt of Ralf Futselaar.

Is er, zo vroegen meerdere van mijn schaamteloze scribenten, ook wat te halen? Nou, je moet er tegen kunnen. Japan is al sinds de jaren '80 in de ban de schattigheid, of Kawaii. Er worden speciale hondjes gefokt, nee ik verzin het niet, met veel te grote ogen, omdat ze daarmee hun bazinnetje zoooo schattig kunnen aankijken. Vrouwen in Japan kopen meer knuffelbeesten en ander speelgoed dan ze ooit zullen kunnen rechtvaardigen met een navenante toekomstige kinderschare. Voor de modale vrijgezelle vrouw is de steunkleur hardroze, aangevuld met gifroze en knalroze elementen. Er is ze bovendien veel aan gelegen, zo lijkt het tenminste als ik de universiteit doorkruis, er zo infantiel mogelijk uit te zien en zich navenant te gedragen. Het is dan ook een bittere teleurstelling als die buitenlandse professor, die zo lijkt op Anthony uit Candy-Candy, of diens evenknie in pakweg Heidi, Nils Holgerson ("Nieroesoe") of een andere mierzoete tekenfilm, toch gewoon eisen stelt, en op de koop toe hatelijk doet als ze hun werk niet op tijd inleveren. Die mooie strik in hun haar en hun grote bruine ogen blijken dan geen wonderen te doen.

Maar ik ben begaan met mijn lelijke en onaantrekkelijke medemannen die de Japanse verlokkingen aan den vleze willen ondervinden en die niet gebonden zijn aan contracten om de Japanse jeugd ook nog iets te leren. Welnu, jongens, let op! Een vrouw aan de haak slaan is geen kunst, maar wat dan? In het vaderland ga je dan ergens over praten, maar dat is in Japan moeilijk. Veel van die meisjes kunnen nauwelijks Engels en dat maakt de overgang van het ontmoeten tot het ontkoppelen van de BH wat moeilijk. (Japanse BH's werken net zo als Nederlandse, overigens, dus dienaangaande hoef je geen nieuwe vaardigheden te verwerven). Waar moet je het in godsnaam over hebben met iemand die alleen Japans spreekt en alleen geïnteresseerd is in poesjes, hondjes en de laatste blaartrekkende J-pop?

Ik zeg, gooi het op de leenwoorden. Nederlands spreek je al, dus dat is makkelijk, en zij spreken al heel behoorlijk Japans, hoewel veel van mijn collega's ook dat in twijfel trekken. Neem de Japanse schooltas, lansellu. Afgeleid van het Nederlandse ransel! Sukoppu? Komt van het Nederlandse "schop"! Enig, niet? "Messu", oftewel scalpel, komt van het Nederlandse "mes"! Waak er wel voor hier gesprekken over borstcorrecties af te kappen, overigens, anders geraak je onpasselijk voor je de lakens geraakt hebt. Zo kan ik nog even doorgaan. Ondertussen bestel je voor jezelf even een biiru (he, wat leuk, van het Nederlandse "bier"!) en voor je het weet stommel je samen naar een nondescript love-hotel.

Aan seksueel entertainment heb je geen gebrek, zo, maar het is natuurlijk wel prettig dat je die love hotels per uur betaalt, want na de daad heb je niets meer aan je semigeletterde stoeipoes. Zij moet ook nodig weer naar huis, moeder wacht, en jullie hebben elkaar ook niets meer te zeggen. Zoveel leenwoorden zijn er ook weer niet. Mocht alles anders gaan en de jongejuffrouw in kwestie meer in haar mars te hebben dan zuurstokkleurtjes en gegiechel, gooi je het laatse leenwoord in strijd: otemba. Dat is Japans voor onaangepaste, onschattige, intelligente en stoere meisjes. Het komt, zoek maar na, van het Nederlandse "ontembaar". En hoewel ze moeilijker te verschalken zijn, zijn de ontembaren de Japanse vrouwen waar je je meer dan een uur mee kunt vermaken. Heel veel meer.

In oktober vorig jaar ben ik, dat had ik geloof ik nog niet geheel wereldkundig gemaakt, in Kobe met een van de ontembaren in het huwelijk getreden. Ze heet, althans op dit blog, K., maar haar echte naam betekent "eeuwigdurende schoonheid van de theevallei". Dat eeuwigdurend moet ik nog zien, natuurlijk, en ze drinkt vooral veel koffie, maar dolgelukkig ben ik er wel mee.

1 opmerking:

Danny zei

Een rijkelijk verlaat gefeliciteerd moge uw deel zijn ;)