vrijdag 8 april 2011

Aan de drank

Nog maar een paar weken geleden viel er nog sneeuw op de berg waarop ik werk en bevroren mijn vingers op mijn stuur in de afdaling naar mijn huisje aan het strand. Inmiddels is het 's middags boven de 20 graden, heb ik de korte broek uit de kast gehaald en ligt het grasveld in het midden van de campus vol dommelende studenten. Het is lente, en omdat in Japan de seizoenen niet geleidelijk in elkaar overvloeien, maar abrupt hun intrede doen, zullen we dat weten ook. Het is warm.

De plaatselijke VVV draagt er zorg voor dat de wisseling der seizoenen ook visueel naar de consument toe wordt gecommuniceerd. Heel Japan, maar vooral mijn charmante woonplaats Shukugawa, staat vol kersenbomen. Het grootste deel van het jaar zijn het wat duistere, pittoresk verwrongen bomen die amper aandacht trekken. In april barsten ze echter uit in explosieve bloei die twee weken lang een feeërieke, roze waas over het stedelijke landschap legt. Zo, meteen weer eens het woord "feeëriek" in een blogstukje gebruikt. Benieuwd of ik "spuitgast" ook nog ergens kwijt kan. We zullen zien.

Het is gebruikelijk dat Japanners zich in deze weken onder de bloeiende bomen verzamelen voor het "bloemkijken" of "hanami", wat een vrij doorzichtig eufemisme is voor het consumeren van een enorme hoeveelheid alcohol en vette bakwaren. Niks mis mee natuurlijk, ik zou er zelfs helemaal niet tegen zijn om in de herfst een parallel feest te houden voor de vallende bladeren, maar vanwege de crisis in het noordoosten voelen veel mensen zich momenteel wat bezwaard om enorme vreet- slemppartijen te houden. Zou het niet van piëteit getuigen om het bloemkijken een jaartje over te slaan?

Nee dus. Verontwaardigde en ongeruste berichten uit Tohoku bereiken Kinki. Waar of wij denken dat zij in het Noorden van leven? Ja, van kernenergie, inderdaad, heel grappig, maar waar nog meer van? Ja, walvisvaart ook, heel flauw, maar dat bedoelen we niet, denk eens na, wat was het nou, dat vloeibare, doorzichtige spul, jeweetwel, juist, ze maken er sake. Inmiddels staan er zelfs berichten op youtube waarin de ongeschonden meerderheid van de Japanners juist wordt opgeroepen dit jaar eens even flink door te zuipen om de economie van de getroffen gebieden te steunen. Wist u dat ik soms een heel offervaardig mens ben?

Ondertussen zitten mijn neven Hylke en Helmut in Yerseke niet stil. Zo berichtten zij dat de correspondente in België voor NRC Handelsblad, ene Caroline de Gruyter, het Schumanplein in Brussel "het episch centrum van de Europese politiek en bureaucratie" heeft genoemd. Nu is "epicentrum" als metafoor gebruiken al tenenkrommend afgezaagd, maar dat dan ook nog fout weten te doen, tegelijk lui, lelijk en dom schrijven dus, is echt onvergeeflijk. Maar goed, ik heb er al eerder over geschreven, en dat heeft het Vaderlandsch Journaille toen niet tot inkeer gebracht. Dit keer zal het ook wel niet helpen.

Er bereikt me ook goed nieuws uit Yerseke. Zo mailde Helmut me over de onvolprezen Belg Werner Vanhorenbeeck, die de schone taak op zich genomen heeft om incorrecte ondertitelingen van Japanse beelden te corrigeren. (Youtube) Dat is hard nodig ook, want als een Japanner in een interview zoiets zegt als "poeh poeh, dat was me de aardbeving wel, nog een geluk dat de spuitgasten zo snel ter plaatse waren", wordt dat ondertiteld als, pakweg, "mijn 7 bloedjes van kinderen zijn weggespoeld, alsmede mijn liefhebbende huisvrouw, en mijn ouders zijn vermist sinds ze in de golven op zoek gingen naar hun verzameling sigarenbandjes". Wederom een journalistieke impuls die ik niet kan duiden; waarom moet het allemaal nog erger gemaakt worden dan het al is?

Geen opmerkingen: