Kent u deze sketch over het koekiemonster in de bibliotheek? Hij wil van de bibliothecaris een boek, en een pak koekjes. De bibliothecaris, gaandeweg wanhopig wordend, probeert uit te leggen dat koekjes in een bibliotheek niet verkrijgbaar zijn. Ik lijk, beroepshalve, sterk op koekiemonster, en niet alleen vanwege mijn dichte, blauwe lichaamsbeharing en uitpuilende ogen. Ik kan geen archief of bibliotheek binnengaan of ik wil iets inzien dat niet of slecht verkrijgbaar is, of anders tenminste iets dat zelden of nooit door iemand anders wordt aangevraagd en doorgaans lang vergeten of verloren is. Dat is, zo wil ik hier wel toegeven, een welbewuste tactiek. Wie zich in de wetenschap staande wil weten te houden moet of hard werken, of een deskundigheid ontwikkelen die niemand anders heeft. Lui als ik ben houd ik me dus bezig met uitzonderlijke onderzoeksgebieden, gebaseerd op obscuur materiaal. Een Napoleonbiografie of een boek over het Eichmannproces zult u van mijn hand niet lezen.
Bibliothecarissen en archivarissen reageren wisselend op mijn doorgaans excentrieke eisen. In de Groninger archieven maakte ik het ooit zo bont, dat de baliemedewerker botweg meldde dat de stukken die ik zocht kwijt waren en noooooit meer teruggevonden zouden worden. Toen ik later, met een heel ander stuk, wel op de studiezaal zat, kwam een kromgetrokken archiefmannetje op me af geschuifeld en vroeg verontwaardigd “U heeft ze toch niet alsnog gekregen he?”. Dit deed, en doet, vermoeden dat betreffende documenten door het personeel waren gebruikt als tekenpapier voor pornografische afbeeldingen, in de vaste overtuiging dat er toch nooit iemand om zou komen.
In zowel de Universiteitsbibliotheek in Groningen als de Boole Library in Cork, heb ik van vriendelijke concierges bij herhaling messen moeten lenen om van boeken die sinds de negentiende-, of vroege twintigste eeuw niet een keer waren ingezien, zelf de katernen open te snijden. (Uitgevers zijn tegenwoordig zo verstandig om geen boeken met gesloten katernen meer te verkopen, zodat uw bezoek er niet achter komt dat u al die geleerde en artistieke boeken in uw woonkamer niet gelezen hebt, omdat u in uw vrije tijd alleen commerciele televisie kijkt. Pas echter op met oude banden! Gezichtsverlies zit in een klein hoekje.)
Eens, in het Rijksarchief van het Koninkrijk Denemarken, wist ik een archivaris in de studiezaal tot verontwaardigd roepen te bewegen, een prestatie waar ik tot vandaag bijzonder trots op ben, door stukken uit het archief van de langvergeten Vetcentrale aan te vragen, waarna ook prompt de mededeling uit de depots kwam zulks niet bestond. Maar ze bestonden wel en toen ik ze na aandringen en bekvechten uiteindelijk in handen kreeg, bleken ze ook daadwerkelijk bedekt door een vettige en buitengewoon smerige aanslag.
Als het om vieze archiefstukken gaat, ben ik overigens sowieso de grootste expert ter wereld. Ooit, in Belgie, zocht ik archieven betreffende het verloop van de voedseldistributie tijdens de Tweede Wereldoorlog daar te lande. Nu was die niet denderend, maar dat er helemaal geen archief van was overgebleven leek me toch onwaarschijnlijk, hoezeer de relevante autoriteiten dit ook beweerden. Gelukkig plaatste mijn geleerde collega D. een advertentie in een ministerieel personeelsblaadje en zowaar, diep uit de kelder werden enige maanden de dozen met paperassen naar boven gesleept. Dat ze, de voorgaande zes decennia, naast een oliegestookte centrale verwarmingsketel hadden gestaan, was echter wel te merken. Na een dag bestuderen was ik niet alleen zelf gitzwart, maar ook de kamer die men mij tijdelijk beschikbaar had gesteld tot schouderhoogte danig beroet. “Dat geeft niets hoor!” riep de betrokken beambte, “dat wordt morgen allemaal gekuist!” Blijkbaar niet door hem.
Natuurlijk zet ik mijn vrolijke gewoonte in Japan onverdroten voort. Het interbibliothecair leenverkeer hier te lande bezwijkt inmiddels haast onder mijn voorkeur voor het slecht verkrijgbare. Ook eigenaardige archiefstukken blijven een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefenen, zodat ik inmiddels een forse stapel kopieën heb vergaard met, ook voor Japanners, nauwelijks begrijpelijk imperiaal Kriebeljapans. Die documenten stellen me in staat grote geheimen te openbaren over de recente geschiedenis van Japan, een land dat toch al redelijk door collega's leek afgegraasd.
Dat dacht ik tenminste. Heden bereikte mij een emailtje van een Brit, die de euvele moed heeft gehad materiaal in te zien dat ik als eerste in handen had moeten krijgen. Ik rook al lont toen ik van de archivaris in Tokyo hoorde dat er 'van de week ook al een buitenlander om gekomen was'. Gelukkig konden we tot een vergelijk komen en blijven bij elkaar uit de buurt. 'Een debat', zo deelde hij mede, 'kan ik echt missen als kiespijn'.
zaterdag 24 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dag Ralf,
Je doet me denken aan de befaamde 'bookshop-skit' van Monty Python: 'Funny, we've got a lot of books here'.
http://www.youtube.com/watch?v=eCM2nEBE0RY
Groeten uit een koud en nat Nederland,
Jeroen
Een reactie posten